Onderwijs voor de toekomst

Wat is er mis met ons onderwijs?
Leestijd 3 minuten — Do 9 oktober 2014
In de schoolbanken

“Het gaat niet zo goed met het onderwijs als we denken” stelt prof. dr. Peter van Lieshout in de serie In de schoolbanken. Een kwart van de docenten heeft niet de juiste bevoegdheid en slechts tien procent van de VMBO scholen voldoet aan de eisen van de inspectie. In de zorg zouden we ongekwalificeerde chirurgen of slechte ziekenhuizen nooit accepteren. Waarom in het onderwijs wel? Wat staat innovatie in het onderwijs in de weg? En hoe kunnen we zorgen dat ons onderwijs klaar is voor de 21e eeuw?

Toekomstvoorspellingen

We leven in een tijd van snelle veranderingen, niemand had verwacht dat Apple en Facebook zo snel groot zouden worden, en weinigen zagen de economische crisis aankomen. Hoe kan het onderwijs anticiperen op de toekomst? De overheid subsidieert sectoren waarvan ze denken dat ze in de toekomst belangrijk gaan zijn, zoals waterexpertise of life sciences. Toch is dit 'topsectorenbeleid' volgens Van Lieshout vooral een politiek middel om burgers gerust te stellen en daadkracht te tonen. Het is moeilijk om te voorspellen welke sectoren in de toekomst van belang zijn. Wat de samenleving volgens hem het best kan doen is zorgen dat onze economie adaptief is: dat we ons snel kunnen aanpassen aan nieuwe ontwikkelingen, en proactief: dat we zelf experimenteren en vernieuwen. We moeten ons niet afvragen hoe de toekomst er over 20 jaar uitziet, maar onze economie zo inrichten dat we goed kunnen omgaan met onvoorspelbaarheid.

Bang voor onderwijsvernieuwingen

Voor onze economie is kenniscirculatie belangrijk: het op een creatieve manier gebruik maken van de kennis die er al is. “Het goed opnemen van kennis is zelfs belangrijker dan de productie,” stelt Van Lieshout. Om bij te blijven op internationaal gebied is innovatie belangrijk, helaas blijkt dat in het onderwijs vaak lastig. Door de mislukking van 'het nieuwe leren' zijn we bang geworden voor onderwijshervormingen. Ons onderwijssysteem is gesloten en traditioneel. Iedereen kan dan wel zijn eigen school beginnen, maar een algemene strategie of visie vanuit de overheid wat we willen met ons onderwijs ontbreekt. In andere landen is die er wel: in Denemarken is bijvoorbeeld als doel vastgesteld dat 60% van de bevolking naar het hoger onderwijs moet, en steekt men daar ook geld in. Daarnaast vormen ook ouders een hindernis: die willen allemaal dat hun kinderen het onderwijs krijgen dat zij ook hebben gehad, en staan niet open voor vernieuwingen.

Wat te doen?

Hoe kunnen hindernissen voor innovaties in het onderwijs doorbroken worden? Een voorbeeld van hoe het beter kan is het belonen van innovaties. Als voorbeeld noemt Van Lieshout Aziatische landen, die doen het volgens hem niet alleen beter door discipline en kopieerwerk, maar streven ons voorbij doordat ze innovatie actief belonen. Zo krijgen staalbedrijven in Korea een contract van twee jaar, waarin staat dat ze aan het eind van die tijd minstens drie vernieuwende ideeën moeten hebben bedacht. Zou dat ook iets zijn voor het onderwijs? We moeten af van het idee dat innovaties alleen op de technische universiteiten in Delft en Eindhoven worden bedacht, en leraren actiever betrekken in het bedenken van onderwijsinnovaties. Een andere sleutel is het stimuleren van tweerichtingsverkeer: gemeenten en bedrijven moeten meer gebruik maken van kennis in de universiteit, en aan de andere kant is het voor studenten belangrijk om praktijkervaring op te doen en mee te denken.

We moeten niet zo bang zijn voor vernieuwingen, stelt Van Lieshout, en als we iets besluiten daar 100% achter staan en in investeren. Dit sluit aan bij het advies van de Onderwijsraad, die schrijft dat de overheid zich teveel bezig houdt met vaak slecht doordacht 'klein beleid', zoals de verplichte maatschappelijke stage voor scholieren of de 1040 uren norm, terwijl ze zich meer zou moeten richten op de hoofdlijnen en daarbij niet bang moet zijn voor grote veranderingen, maar wel gebruikmakend van de inzichten van docenten en wetenschappers. Wel een kleine kanttekening: innovatie lijkt het toverwoord voor 'nieuw en beter', maar wat een goede innovatie precies inhoudt blijft onduidelijk.

Meer weten? Kijk dan de hele lezing Onderwijs voor de toekomst terug. Zelf meedenken over onderwijs vernieuwingen? Kijk dan eens op de site van United4education, een collectief van scholen, docenten, wetenschappers en ouders, dat het onderwijs in 1000 dagen radicaal wil veranderen.

Volgende week spreken pedagoog prof. dr. Micha de Winter en onderwijskundige prof. dr. Gert Biesta over burgerschap in het onderwijs. Leraren vinden het soms moeilijk om met leerlingen het gesprek aan te gaan over radicalisering, pestgedrag of discriminatie. Welke taken liggen bij de school, de ouders en breder in de samenleving?