Science Café Utrecht
Als je niet betaalt voor het product, dan ben je zelf het product. Dat is de indringende boodschap van de Netflix-hit ‘The Social Dilemma’. In deze documentaire doen voormalige werknemers van grote technologiebedrijven uit de doeken hoe Facebook, Twitter en andere social media platformen hun gebruikers manipuleren. Want onze aandacht is geld waard.
De gevolgen die worden geschetst doen niet onder voor de gemiddelde Black Mirror-aflevering. Depressie onder jongeren, polarisatie, en de verspreiding van misinformatie en samenzweringstheorieën. Hoe realistisch is het beeld dat de documentaire schetst? Moeten we ons inderdaad zorgen maken? Tijdens het Science Café maakten mediawetenschappers prof. dr. José van Dijck en dr. Michael Stevenson, en communicatiewetenschapper dr. Brahim Zarouali de balans op: hoe machtig zijn sociale media?
Social media als cultureel speelveld
De discussie over de macht van sociale media is inmiddels flink gepolariseerd. Volgens de tech-optimisten zijn sociale media een feest van verbinding en democratie; volgens critici is Mark Zuckerberg een op geld beluste vampier die een monster heeft geschapen. Een ongenuanceerd en weinig productief beeld, vindt Stevenson. Als we de macht van sociale media echt willen begrijpen (en veranderen), kunnen we er beter geen karikatuur van maken, maar ons verdiepen in de ontstaangeschiedenis ervan.
Stevenson deelt de voorgangers van sociale media op in twee scholen: de onafhankelijke uitgevers, die mogelijkheden zagen voor het web als plek waar iedereen uitgever kon worden. Denk aan de vroege bloggers. Anderzijds waren er de techneuten, de Mark Zuckerbergs van deze wereld, die naar het web keken als een groot informatiesysteem, een onuitputtelijke database. Achter beide scholen, die je terugziet in wat we uiteindelijk sociale media zijn gaan noemen, gaat een utopisch ideaal schuil: een wereld waarin iedereen verbonden is, waar vrijheid van meningsuiting geldt, en iedereen een stem heeft.
Volgens Stevenson is het belangrijk om te beseffen dat deze idealen, of autonome waarden, niet op zichzelf kunnen bestaan. Wanneer een nieuw cultureel speelveld, zoals dat van de sociale media, zich een plek in de wereld verovert, moet ze zich verhouden tot bepaalde waarden die al in de samenleving aanwezig zijn. En uit die ontmoeting van waarden is de macht van sociale media geboren: vrije informatiestromen en verbondenheid meets kapitalisme en winstmaximalisatie. Natuurlijk kun je je afvragen wat er nog over is van die autonome waarden en of ze niet te veel zijn ondergesneeuwd. Maar dat de balans is doorgeslagen, wil volgens Stevenson niet zeggen dat de technologie inherent slecht is.
Hoe ver reikt manipulatie?
Dat de maatschappelijke effecten van sociale media groot zijn, staat buiten kijf. Naar aanleiding van het Cambridge Analytica-schandaal onderzocht Zarouali politieke beïnvloeding via gepersonaliseerde advertenties. Samen met een team van onderzoekers bouwden ze een app, lieten mensen inloggen, interacteren en content delen. Een algoritme voorspelde hun persoonlijkheid: waren ze introvert of extravert? In de tweede fase van het onderzoek lieten ze op basis van die karaktereigenschappen gerichte politieke advertenties zien. En die bleken een stuk effectiever te zijn dan een niet-gepersonaliseerde advertentie.
Hoewel het Cambridge Analytica schandaal een onethische uitschieter is, legt ze wel de vinger op de zere plek: als we niet kunnen zien wat er achter de schermen gebeurt, hoe weten we dan hoe ver die manipulatie reikt? Volgens Zarouali ligt een deel van de oplossing bij social media platformen zelf: zij moeten transparant zijn over de algoritmes die ze gebruiken. Maar transparantie alleen is niet genoeg, voegt Zarouali daaraan toe. Er is ook wettelijke regulering nodig om onethische praktijken aan banden te leggen.
Trump heeft een bereik van 80 miljoen volgers, maar alleen Facebook heeft de macht die megafoon in een handomdraai af te sluiten.
De macht van de megafoon
Om regulering door overheden voor te blijven, en vanwege de constante negatieve berichtgeving, zie je dat sociale mediabedrijven steeds meer aan zelfregulering doen, stelt Van Dijck. Denk aan het instellen van een ethische commissie of het verwijderen van accounts. Maar daarmee laten ze vooral zien hoe machtig ze eigenlijk zijn. “Denk aan het bannen van Trump op Facebook en Twitter. Hij heeft een bereik van wel 80 miljoen volgers, maar alleen Facebook heeft de macht die megafoon in een handomdraai af te sluiten.”
Kan de macht van sociale media dan nog beknot worden? Dat kan zeker, vinden alle aanwezige wetenschappers. Maar wel pas als mensen voldoende kennis erover hebben. En dat ontbreekt nog weleens, ook in de politiek. “In geen enkel partijprogramma staat expliciet wat hun plannen zijn met de digitale wereld.” Hoewel van een dystopie nog geen sprake is, is het voor politici dus geen slecht idee om eens door ‘Social Media for Dummies’ te bladeren. The Social Dilemma kijken kan ook, maar dan wel pas na geluisterd te hebben naar dit Science Café.