Plato, Aristoteles en de betrouwbaarheid van het klimaatrapport

Of hoe meer kennis we hebben, hoe meer we weten wat we niet weten.
Leestijd 2 minuten — Do 11 februari 2010
Betrouwbare kennis

Met bovenstaande paradox beantwoordde Herman Philipse maandagavond 8 februari de laatste vraag in de discussie naar aanleiding van zijn lezing over 'betrouwbare kennis' voor het Studium Generale van de Universiteit Utrecht. In deze eerste lezing in een serie van acht ging prof. Philipse in op de eeuwenoude vraag naar de betrouwbaarheid van kennis. Die vraag is voor wetenschappers van belang, maar ook in het dagelijks leven. Denk aan de discussie over het klimaatrapport afgelopen week en de kamerdiscussie over het onderzoek naar radicale groepen in Nederland.

In een van de eerste teksten uit de overlevering die kennis tot onderwerp hebben (Plato, Theatetus, 368 vC), verfoeit Plato al de markthandelaren, politici en advocaten die altijd spreken alsof ze een race tegen de waterklok lopen (zo werd toen de tijd gemeten), maar nooit de tijd nemen te zoeken naar waarheid. Zijn leerling Aristoteles benadrukte dat zekerheid over kennis alleen door waarneming kan worden bereikt. Hun opvattingen over het belang van zekere kennis (al verschilden zij over de bron daarvan) in tegenstelling tot ongefundeerde meningen blijkt nog steeds actueel. Het wereldbeeld van Plato en Aristoteles is verleidelijk omdat het een zeker wereldbeeld is, waarin de betrouwbaarheid van kennis gestoeld is op absolute beginselen. Vele eeuwen later werd voortgebouwd op de ideeen van Aristoteles door Descartes. Ook hij presenteerde een sluitend wereldbeeld, waarin zekere kennis mogelijk is. Na Descartes werd dit steeds meer weerlegd door empirische waarnemingen, zoals de ontdekking van het vacuum door Boyle en de stootwetten van Huygens.

In de komende weken zal prof. Philipse door een historische en thematische benadering problemen uit de wetenschapsfilosofie behandelen. Nu al wordt ons duidelijk dat Aristoteles en Plato niet hadden kunnen leven met de onzekerheid die wetenschappelijke kennis in deze tijd oproept. Wij hebben te veel kennis van de wereld om ons heen, om die nog te verklaren vanuit enkele eenvoudige beginselen en theorieën. Toch lijkt veel van de kritiek op het klimaatrapport geen afstand te kunnen doen van een sluitend wereldbeeld, van zekere kennis. Zeker als er grote belangen op het spel staan, zou het makkelijker zijn vragen te kunnen beantwoorden met ja of nee. Dat zit er helaas niet in, want dat zou niet wetenschappelijk zijn. Hadden de klimaatdeskundigen dan eigenlijk bij elke uitspraak de onzekerheidsmarges moeten vermelden, vroeg Philipse zich af? Wat de waarde is van wetenschap en waarom wetenschappelijk bewijs nog steeds te verkiezen is boven religieuze en spirituele kennis, zal volgende maandagen aan de orde komen.

Kom luisteren en discussieer mee met Herman Philipse over de waarde van wetenschap ook als die geen zekerheid geeft en hoe dit zich verhoudt tot ethische discussies.

Bekijk de lezing van maandag 8 februari.