Wijzen naar het nut van wetenschap? Jan Staman over de waarde van wetenschap

De vraag ‘Wat is de waarde van wetenschap?’ is geen goede vraag.
Leestijd 2 minuten — Do 28 oktober 2010
Verkenners in de wetenschap

Er is te veel variatie om een vraag naar de waarde van het apparaat in het algemeen te stellen. Vragen naar de waarde van wetenschap doet te weinig recht aan die variatie. Zelfs binnen een bepaald vakgebied bestaan er enorme verschillen op het onderzoeksgebied. Wetenschap kan niet over één kam geschoren worden. Toch bestaat er een behoefte om de waarde van wetenschappelijke onderzoeken in te schatten. Volgens de website van het Rathenau instituut, wordt de roep om een betere evaluatie van de maatschappelijke relevantie van onderzoek steeds luider. Hoe moeten al die verschillende onderzoeken geëvalueerd worden? Vijf onderzoeksinstellingen ontwikkelden een algemene methode om deze vraag te kunnen beantwoorden: Evaluating Research in Context, oftewel ERiC. Maar hoe kan één methode, ERiC, geschikt zijn om al die uiteenlopende soorten onderzoek te evalueren?

Context is the key
De sleutelrol zit in de laatste letter van ERiC, de Context. Volgens Jan Staman, directeur van het Rathenau Instituut, moet elke onderzoeksgroep zich kunnen legitimeren. Tijdens de zesde lunchlezing verklaarde hij zich nader. Of je nu onderzoek doet naar eeuwenoude hiërogliefen in Zuid-Egypte, duurzame energie of de vrije wil, er moet aangetoond kunnen worden dat er een 'productieve interactie' bestaat of mogelijk is met de maatschappij. Hiervoor zijn er allerlei indicatoren die zeggingskracht hebben. De hiërogliefenonderzoekers kunnen andere indicatoren hanteren dan de duurzame energie onderzoekers. De een kan bijvoorbeeld naar Bildung wijzen als effect van het onderzoek, de ander naar economische belangen en welvaart. De indicatoren die zeggingskracht hebben over de relatie van een onderzoek met de maatschappij zijn op die manier contextafhankelijk. ERiC betekent dus niet dat al het onderzoek gemeten gaat worden met een economische maat. Deze productieve interactie geldt dus evenzeer voor fundamenteel als voor toegepast onderzoek, volgens Staman sowieso een continuüm. Ook fundamenteel onderzoek zit in een context zoals gezondheid of studie van cultuur en identiteit.

Hoe bewijs ik mijn nut?
Toch lijken er nog wel wat problemen te bestaan. Dat een onderzoeker die geld nodig heeft zijn onderzoek moet legitimeren is natuurlijk niet een gek idee. Maar het valt toch niet te ontkennen dat het wijzen naar een economisch effect of een helder technisch probleem makkelijker is dan aantonen dat je onderzoek bijdraagt aan culturele vorming. Het eerstgenoemde lijkt een objectiever karakter te hebben dan het tweede. Het erkennen van de verschillende contexten is een ding, ermee om kunnen gaan op een manier die recht doet aan de context een ander.

Maar ook over duidelijk aan te wijzen indicatoren zijn vragen te stellen. Staman noemde economische groei als een van de indicatoren voor een productieve interactie tussen onderzoek en maatschappij. Maar betekent een grote economische impact ook automatisch dat de maatschappij er iets aan heeft? Ondanks de moeilijkheden is beoordeling op maatschappelijke bijdrage wel nodig omdat de positie van de wetenschap in de samenleving anders ondermijnd kan worden. Het Rathenau Instituut heeft een zeer zware taak op zich genomen.

Bekijk hier de lezing van Jan Staman en andere lunchlezingen.