Vraagsturing in het onderzoek is een kans voor wetenschappers

De inmenging van de industrie en andere opdrachtgevers in het wetenschappelijk onderzoek is meer regel dan uitzondering, zeker in de bètawetenschappen en life sciences.
Leestijd 3 minuten — Vr 19 november 2010
Verkenners in de wetenschap

In het boek Re-thinking Science; Knowledge and the Public in an Age of Uncertainty (Nowotny, Scott and Gibbons, 2001) wordt geconstateerd dat het klassieke onderzoekergedreven onderzoek ('mode 1-onderzoek') steeds meer plaatsmaakt voor vraagsturing ('mode 2-onderzoek'). Hierbij spelen meer motieven dan louter de drang naar het zuivere weten. Brengt dit de integriteit van academisch onderzoek in gevaar?

Waar de wetenschapper verondersteld wordt neutraal te zijn en een objectieve mening moet vormen, is winst het belangrijkste streven van bedrijven en hebben overheden hun beleidsdoelen. Zonder investeringen van buiten kan veel onderzoek echter niet plaatsvinden. Wetenschap bevindt zich in een spagaat tussen de integriteit, onafhankelijkheid en autonomie van de onderzoeker en de noodzaak van financiering. Is het mogelijk hier zonder al te veel kleerscheuren uit te komen? Of biedt samenwerken met buitenstaanders de kans om juist van hen veel te leren over de wereld waarover wetenschap uitspraken wil doen? Prof. dr. Frank Miedema, dr. Ria van der Lecq en drs. Bas Allart bogen zich bij de laatste lunchlezing over deze dilemma's.

Huwelijk
Prof. Miedema, decaan geneeskunde, vergeleek de relatie tussen wetenschap en het bedrijfsleven met een huwelijk. Als je met elkaar getrouwd bent, wil je samen gelukkig worden. Hoewel je van elkaar afhankelijk bent, wil je wel als individu gezien blijven worden. Volledige onafhankelijkheid is echter niet mogelijk. Het huwelijk tussen wetenschap en bedrijfsleven is noodzakelijk vruchtbaar onderzoek te doen en ondanks de verstrengeling van academische met economische belangen, is dit huwelijk best gelukkig, volgens Miedema. Cruciaal hiervoor is openheid van zaken. Als onderzoekers transparant zijn over de financiering van hun onderzoek en de belangen die er spelen, dan is samenwerking met de industrie niet per se een slechte zaak. Openheid maakt namelijk kritiek mogelijk en het voorkomt cynisme. De integriteit kan op die manier gewaarborgd worden. Maar hier is wel een aanhoudende kritische evaluatie voor nodig en steeds weer moeten nieuwe generaties onderzoekers hierin getraind worden.

Positief is juist dat het betrekken van patiënten bijvoorbeeld, het democratisch gehalte van wetenschap bevordert, mits de belangen helder zijn. Het is belangrijk dat de academische wereld in contact blijft met de maatschappij. Volgens Bas Allart, directeur van UtrechtInc., geldt voor wetenschap wat ook voor bedrijven geldt: praat je niet met je klant, dan ga je vroeg of laat failliet. Dat wil niet zeggen dat alleen onderzoek waarvoor klanten te vinden zijn gedaan moet worden. Juist niet. Fundamenteel onderzoek leidt tot innovatie, maar het moet wel gekoppeld worden aan ondernemerschap.

Het is niet altijd makkelijk aan het publiek het directe nut uit te leggen van wetenschappelijk onderzoek. Ria van der Lecq, oprichter van de studierichting Liberal Arts and Sciences aan de UU, stelt dat het directe nut van onderzoek vaak niet aangetoond kan en hoeft te worden, maar dat wetenschappers wel moeten uitleggen waarom de vraag die hun onderzoek wil beantwoorden belangrijk is. Alfawetenschappen zouden zich niet alleen met het bewaren van het verleden, maar ook met het nadenken over de toekomst moeten bezighouden. Ze hebben de maatschappij juist veel te brengen, doordat zij verhalen vertellen en de menselijke geest proberen te begrijpen. Alfawetenschappers moeten het gesprek met het publiek niet aan journalisten overlaten, maar zelf het publiek opzoeken. De kennis van de buitenwereld die dat oplevert is juist een kans voor beter onderzoek.

Wetenschap als kunst
Het debat eindigde met een mooi betoog van Frank Miedema over de schoonheid van de wetenschap. Naast het 'nut' is dat wel degelijk een ander relevant aspect. Een boek van neurobioloog Dick Swaab kan net zo mooi zijn als de Matthäus Passion. In steden waar kunsten bloeien is een wetenschappelijk innovatiever klimaat en andersom, aldus Miedema.

Alles nog eens rustig terugkijken? Hier vind je alle opnames en blogartikelen van de lunchlezingen.