Historici zullen het nooit eens worden, en dat is niet erg

Op school was het allemaal best duidelijk. Wanneer je met geschiedenis leerde over de Eerste Wereldoorlog, was de moord op de Oostenrijkse aartshertog Franz Ferdinand in 1914 hét startpunt van de strijd. Van het een kwam het ander. Maar is de geschiedenis wel zo simpel?
Leestijd 4 minuten — Do 11 maart 2021
The bigger picture

De reden tot het ontstaan van de Eerste Wereldoorlog is een vraagstuk waar historici zich al meer dan honderd jaar mee bezig houden. Een “discussie zonder eind”, zoals filosoof en historicus dr. Jacques Bos (UvA) het noemt. Wat die discussie ons vooral leert is dat de geschiedschrijving niet zo rechtlijnig is als de geschiedenisles doet overkomen. In de lezingenreeks ‘The bigger picture’ laat Bos zien hoe geschiedkundigen een logisch verhaal maken uit een wirwar aan oorzaken en gevolgen. Want anders dan in de natuurkunde, is er in de geschiedschrijving nooit één oorzaak die leidt tot één gevolg. Hoe door de historische bomen het bos te zien is nu de vraag.

Hoe en waarom?

Historici zijn meesters in het vertellen van verhalen over vergane tijden. In hun boeken verbinden ze oorzaak en gevolg met mooie woorden moeiteloos met elkaar. In realiteit is het achterhalen van oorzaken in de geschiedschrijving enorm complex. Er is onder historici dan ook veel discussie over de echte oorzaak van WOI. Aan de ene kant heb je de feitelijke oorzaken, de aanleidingen. Die zijn van belang voor de vraag hoe de oorlog is ontstaan. Denk aan de moord op Franz Ferdinand, één gebeurtenis veroorzaakte een kettingreactie en leidde binnen een maand tot een oorlogsverklaring tussen het Verenigd Koninkrijk en Duitsland.

Aan de andere kant zijn er de dieperliggende oorzaken. Misschien lag het wel aan het sterke nationalisme dat heerste, of het kapitalisme. Speelde de agressie in Duitsland een belangrijke rol? Of toch de industrialisatie van het land? Zoals je ziet houdt dit perspectief zich meer bezig met de vraag waarom de oorlog is ontstaan. Het uiteindelijke verhaal dat de boeken haalt is vaak een mengeling van beiden én is gekleurd door het perspectief van de schrijver zelf.

Geen exacte wetenschap

Net als in andere wetenschappelijke disciplines gaat geschiedenis dus heel sterk over oorzakelijke verklaringen. Maar, zoals we net al zagen, het vaststellen van de precieze oorzaak van grote historische gebeurtenissen is enorm complex. We zijn er immers zelf niet bij geweest. Het grootste verschil tussen de geschiedenis en andere wetenschapsgebieden is misschien wel dat historische gebeurtenissen als WOI zich niet zomaar laat herhalen in experimenten. Er bestaat dus eigenlijk geen neutrale beschrijving van deze gebeurtenissen. Hoe komt een historicus dan tot zijn conclusie? Het redeneren van historici is te vangen in verschillende ‘modellen’. Bos onderscheidt er drie.

Een eerste manier om naar geschiedschrijving te kijken is door op zoek te gaan naar wetmatigheden, naar logica en naar regelmaat. Net als in de natuurkunde dus. Wetenschapsfilosoof Carl Hempel liet in zijn artikel The Function of General Laws of History (1942) zien dat historici dit vaak doen, ook al blijft het grotendeels expliciet. De aanname dat het sterkste leger wint bijvoorbeeld, of dat landen hun inkomstenbronnen zullen beschermen wanneer die bedreigd worden. In de jaren ‘50 en ‘60 woedde in de geschiedkunde een heftige discussie over Hempels ideeën. Want in hoeverre kunnen theoretische wetmatigheden de uitzonderlijke gebeurtenissen uit de geschiedenis vatten?

Een tweede manier van redeneren, die haaks staat op het wetmatige verklaringsmodel, is het intentionele verklaringsmodel. Daarbij kijkt de historicus juist naar de redenen, overwegingen en intenties van de betrokkenen. Hiermee richt het model zich niet op de algemene feiten van een historische gebeurtenis, maar meer op datgene wat ze uniek en bijzonder maakte. Met behulp van reconstructies proberen historici de redenen en het doel van historische handelingen te achterhalen. Wat waren bijvoorbeeld de beweegredenen voor het staatshoofd van Oostenrijk-Hongarije om Servië de oorlog te verklaren?  

Tot slot kan de historicus nog terugvallen op het onderling vergelijken van historische gebeurtenissen. Door verschillende situaties naast elkaar te zetten kun je namelijk onderzoeken welke specifieke factoren een rol speelden. Waarom brak er bijvoorbeeld in het ene land wel een oorlog uit en in het andere niet? Dat kan ook met behulp van gedachte-experimenten, waarin de loop van de geschiedenis net een beetje wordt aangepast. Bedenk zelf maar eens, zou er ook een Eerste Wereldoorlog zijn geweest zonder de moordaanslag op Franz Ferdinand?

Orde in de chaos?

Hoe graag we ook willen weten hoe en waarom WOI begon, één enkel antwoord bestaat niet. Historici gebruiken vaak meerdere modellen naast en door elkaar heen. En dan is er ook nog eens ook ruimte voor eigen interpretaties van de historische werkelijkheid op basis van persoonlijke aannames over de wereld van toen en nu. Hoewel dit misschien chaotisch klinkt, is het niet per se erg dat historici het nooit met elkaar eens zullen worden. Bos: “het mooie is júist dat historische vragen niet zomaar te beantwoorden zijn. De ene verklaring is vaak niet beter dan de ander. Meestal leidt een verklaring juist tot een volgende verklaring. Wat dat betreft is geschiedschrijving een heel bijzondere wetenschap.”

VOLGENDE WEEK IN ‘THE BIGGER PICTURE’

In de volgende lezing in deze serie kijkt computerwetenschapper dr. Dieuwke Hupkes (FAIR Paris) met een kritische blik naar kunstmatige intelligentie. Wat zijn de voor- en nadelen van zelflerende systemen? En hoe kunnen we ze gebruiken om menselijke intelligentie zelf beter te begrijpen?

Heb je nu al een vraag voor Dieuwke? Mail ons op info[at]sg.uu.nl, waarbij je '[at]' vervangt door '@'. We zullen je vraag proberen te bespreken met onze gast.