Deradicalisering is vooral een kwestie van praten én luisteren

Hoe voorkomen we radicalisering?
Leestijd 3 minuten — Do 15 oktober 2015
Terrorisme dichtbij

De aanslagen in Parijs, de opmars van IS, jongeren die afreizen naar Syrië en Irak. Berichten over terreur en extremisme volgen elkaar in hoog tempo op. En ook in Utrecht hebben we er mee te maken. Wat kunnen we op lokaal niveau doen om radicalisering te voorkomen? Is het een taak van de overheid, scholen, of de religieuze gemeenschap?

Radicale gedachten

Het signaleren van radicalisering is een moeilijke taak. Er is een groot grijs gebied tussen mensen met een extreme mening en mensen die daadwerkelijk naar hun radicale gedachten handelen. Bovendien is het hebben van zulke gedachten niet verboden. Maar wanneer gaat het te ver? Hoe trek je de grens tussen mensen die extreme kritiek hebben op de maatschappij en mensen die hun land verlaten om te strijden voor IS? De debatleider van deze avond prof. dr. Beatrice de Graaf (Internationale en Politieke Geschiedenis, UU) vertelt ons dat je radicalisering moet aanpakken zodra er zich een legitimiteitsconflict voordoet en er een grote vertrouwensbreuk ontstaat met de overheid. Maar radicaliteit mag zolang het de grens van haatzaaien niet overschrijdt. Hoe voorkom je dan toch dat mensen hun radicale ideeën omzetten in acties? Zijn er signalen op te vangen?

Volgens dr. Stijn Sieckelinck (Pedagogische Wetenschappen, UU) is er niet zoiets als een 'radicalenprofiel' en dat beaamt ook Maarten van de Donk van RadarAdvies, die trainingen geeft aan onder andere onderwijzers en politieagenten die in de praktijk met radicalisering te maken hebben. Uit onderzoek van Sieckelinck - naar radicalisering onder jongeren die vertrokken naar Syrië en weer terugkeerden - bleek dat het moeilijk is te zeggen wat voor soort mensen dit zijn. Sieckelinck stelt dat het eerder een klassiek maatschappelijk opvoedingsprobleem is. Het gaat vooral om jongeren die op zoek zijn naar een identiteit en het zou dus al helpen als de maatschappij zou openstaan voor de mening van minderheden. Als jongeren zich op hun plek voelen in hun eigen land en zich niet onzeker hoeven te voelen over hun identiteit, zullen ze minder snel extreem gedachtegoed ontwikkelen.

Dr. Mohamed Ajouajou (Islamitische Godgeleerdheid, VU), stelt dat imams en de moslimgemeenschap zeker kunnen bijdragen aan deradicalisering. Door een stem te geven aan mensen met radicale gedachten kun je met ze in gesprek gaan. Als iemand vertelt dat hij of zij naar Syrië wil vertrekken, kun je dat bevragen en daarnaast ook alternatieven bieden. Het is belangrijk om niet inhoudelijk in iemands geloof te willen ingrijpen; mensen moeten uiteindelijk zelf hun keuzes kunnen maken, zegt Ajouajou.

Slow counter-terrorism

Er is op dit moment vanuit de Utrechtse overheid veel aandacht voor terugkerende jihadisten en hoe we hen weer terug kunnen laten keren in de maatschappij. Michel Kok (Veiligheid, Gemeente Utrecht): “Ik denk niet dat we ons enorm veel zorgen moeten maken om diegene die terugkeren maar we moeten ze wel in de gaten houden”. Maar het liefst wordt voorkomen dat een persoon zich bij IS aansluit. “We zitten het liefst left from the bang, not right” in de tijdlijn van een radicaliserend persoon, zegt de Graaf. Radicalisering voorkom je niet door top down op te treden vanuit de overheid en de politie. Kok denkt ook dat er met repressie nog nooit een probleem is opgelost. De bemiddelende rol van instituties, scholen én wellicht ouders is in eerste instantie effectiever.

Volgens de Graaf was de take-home message dat we open debatten moeten voeren waarin radicalen een stem krijgen, maar waarin er ook een duidelijk alternatief geboden wordt voor radicale gedachten. Hierbij moet de tijd genomen worden om naar elkaar te luisteren en duurzame oplossingen voor het probleem te bedenken (slow counter terrorism). Ondertussen moet er vooral veel aandacht zijn voor de zorg voor jongeren, minderheden maar ook de professionals die radicalisering bezig zijn. Een avond zoals deze is in ieder geval al een stap in de goede richting om begrip rondom het probleem te creëren.

Over twee weken op 26 oktober - zelfde tijd, zelfde plaats - praten we verder over dit thema en gaan we dieper in op onze poging om grip op veiligheid te krijgen en de consequenties daarvan voor onze privacy en andere mensenrechten met o.a. Nationaal Coördinator Terrorisme en Veiligheid, Dick Schoof.

Voor een overzicht van alle lezingen in de reeks 'Terrorisme dichtbij' zie hier. En kijk het eerste debat hier terug.