In het heetst van de strijd

Hoe kunnen we geweld verklaren? En hoe gaan we het te lijf? Met het oog op een geweldloze toekomst kunnen we er maar beter over blijven praten.
Leestijd 5 minuten — Di 26 april 2016
Science Café Utrecht

Of het nu op tv is of in real life, vroeg of laat krijgen we allemaal met geweld te maken. Het is het moment dat de dialoog ophoudt en machtsverhoudingen definitief worden bepaald. Het lijkt bij het leven te horen. We ervaren het, plegen het of zoeken het op in boeken of films. Hoe valt onze intrinsieke neiging naar geweld te verklaren? En hoe kunnen we er het beste mee omgaan? In het Science Café gaat Sofie van den Enk met verschillende wetenschappers van de Universiteit Utrecht op zoek naar antwoorden.

Geweld: biologisch verklaard

Om het menselijk gedrag te verklaren loont het soms om te kijken naar onze meest nabije soortgenoten. Volgens bioloog prof. Liesbeth Sterck, die onderzoek deed naar geweld bij mensapen, is de aanleiding voor agressief gedrag vaak simpel: twee individuen willen tegelijkertijd hetzelfde, voedsel of een seksuele partner. En dus ontstaat er een conflict. Of de gemoederen hoog oplopen en het daadwerkelijk tot een gewelddadig conflict leidt, hangt af van de belangen. Want eigenlijk vechten apen liever niet. In een potje bluffen worden de krachtsverhoudingen gemeten en wie daar als winnaar uit de bus komt, krijgt wat hij of zij wil. Geweld en agressie hebben zo dus een sociale functie: conflicten tussen individuen bevestigen de hiërarchie in de groep. En misschien ligt daar wel de evolutionaire oorsprong van het geweld dat we als mens ook kennen.

Maar gewelddadige conflicten spelen zich bij mensapen niet alleen één-op-één af binnen de groep. Onderzoekers ontdekten dat groepjes chimpanseemannetjes die hun territorium willen vergroten, soms extreem gewelddadig gedrag vertonen als ze bij het verkennen van de grenzen een buurman tegenkomen—tot moord aan toe. Opvallend is dat ze dit alleen maar doen als ze in grote overmacht zijn. Zo is het wel eens voorgekomen dat een groepje dacht dat ze één buurman beslopen, maar snel afdroop toen het er drie bleken te zijn.

De kracht van taal en beeld

Geweld tussen individuen en groepen is de mens niet vreemd. Maar je zou denken dat we ons als 'beschaafde' soort niet zo zouden laten leiden door onze primitieve driften. Met onze taal kunnen we conflicten toch op niet-gewelddadige wijze oplossen? Religiewetenschapper dr. Lucien van Liere stelt juist dat taal en beeld vaak een grote rol spelen in het aanjagen van gewelddadige conflicten. Neem bijvoorbeeld de strijd tegen IS. De beelden en berichten die westerse pers doorgaans verspreidt, zijn die van boze islamisten met kalasjnikovs. Het simpele verhaal wordt dan: barbaarse moslims vermoorden uit geloofsovertuiging onschuldige westerlingen. Een perfect uitgangspunt om nieuwe militaire acties te rechtvaardigen.

Maar wat zo'n frame,zo'n perspectief op de werkelijkheid, niet laat zien, is de context van waaruit we de woede van moslimfundamentalisten kunnen begrijpen. En dat is vaak een complex verhaal waarvoor we ver terug moeten in de tijd—te complex voor de vluchtige wetten van de mainstream media, maar essentieel voor een beter begrip van de ander. Volgens Van Liere is het dus belangrijk om voorbij de gangbare frameste kijken. Want alleen als we de ander leren begrijpen kunnen we op zoek naar echte oplossingen voor gewelddadige conflicten: dialoog en vrede in plaats van eindeloze vergeldingsacties.

Geweld in kunst

Volgens filosoof dr. Rob van Gerwen kan de kunst ons helpen om over (im)morele kwesties, zoals geweld, na te denken. Neem bijvoorbeeld de kunstenaar Marco Evaristti. Hij stelt goudvissen ten toon in blenders met het stopcontact erin. De bezoeker hoeft alleen maar op het knopje te drukken. Of Tinkebell, die een handtas maakt van haar kat die ze naar eigen zeggen zelf had gewurgd. De werken wekken in eerste instantie verontwaardiging op. Maar ze zetten ons ook aan het denken over ons eigen gedrag. Want zijn wij het niet zelf die dagelijks miljoenen vissen op inhumane wijze vermoorden? En zijn wij het niet zelf die voor onze consumptie koeien en varkens slachten? Waarom onze huisdieren dan niet?

Toch kan kunst ook zelf immoreel zijn. Van Gerwen noemt het voorbeeld van de regisseur Bernardo Bertolucci die voor een verkrachtingsscène in zijn film Last Tango in ParisMarlon Brando de opdracht gaf om een pakje boter als glijmiddel te gebruiken tijdens een anale verkrachtingsscene met tegenspeelster Maria Schneider. Dat ging op zo'n manier dat Schneider zich tijdens de opname ook echt vernederd en verkracht voelde: ze wist niets van het pakje boter. De grens tussen fictie en realiteit wordt hier dus overschreden. Wat we zien is een échte immorele handeling en dus zou de film, door velen als meesterwerk beschouwd, volgens Van Gerwen meteen uit de schappen moeten verdwijnen.

Seksueel geweld

Dat dit niet gebeurt zou te maken kunnen hebben met de relatieve maatschappelijke stilte rondom verkrachting. Terwijl de cijfers schokkend zijn: maar liefst 12 procent van de vrouwen en 3 procent van de mannen is slachtoffer geweest van seksueel geweld. “Mensen vinden seksueel geweld een ongemakkelijke realiteit,” aldus psycholoog dr. Iva Bicanic, hoofd van het Centrum Seksueel Geweld van het UMC Utrecht. Slachtoffers spreken er vaak niet openlijk over en dat is problematisch, want een vroegtijdige behandeling kan hun een hoop fysiek en psychologisch ongemak besparen.

Om het taboe te doorbreken is het in eerste instantie belangrijk om slachtoffers serieus te nemen. Te vaak is de reactie: 'maar je had daar toch niet moeten zijn?' Of: 'waarom droeg je dan ook dat korte rokje?'. Victim blamingnoemt Bicanic dit. Slachtoffers ontwikkelen zo een schuldgevoel; ze stoppen hun ervaring weg, terwijl het juist zo noodzakelijk is om erover te praten.

Die noodzaak, om met elkaar over geweld te blijven spreken, blijft keer op keer terugkomen tijdens de avond. Hoewel de taal, zoals Van Liere stelt, ook tekort kan schieten, is het tegelijkertijd misschien wel het enige middel om toekomstig geweld tegen te gaan.

Deze avond werd opgenomen door RTV Utrecht, en zal te zien zijn op 30 april op RTV Utrecht om 11.10, 15.10 en 21.10 uur. En op UStad op 1 mei, vanaf 13.00 elk uur opnieuw tot en met 17.00 uur.

Het volgende Science Café is op maandag 23 mei. Dan spreekt Mustafa Marghadi met onder andere Hans Clevers over de nieuwste ontwikkelingen in het stamcelonderzoek.