Religie is niet alleen een kwestie van geloven

Een protestantse erfenis zorgde voor een weinig vruchtbare blik op religie. Kijk niet naar het 'wat' van religie, maar naar het 'hoe'.
Leestijd 4 minuten — Vr 11 november 2016
Heilige huisjes

Hoe geloven we? Die vraag legde Studium Generale voor aan religiewetenschapper prof. dr. Birgit Meyer (UU). De wereldwijde verscheidenheid aan geloofspraktijken is enorm. Om echt inzicht te krijgen in wat religie voor mensen betekent, is een nieuwe manier van kijken nodig, stelt Meyer. Concrete handelingen zijn daarbij het uitgangspunt. We hebben te lang naar religie gekeken met een protestantse blik. Een blik die vooral oog heeft voor het geschreven woord, waardoor de grote diversiteit aan religieuze praktijken onderbelicht bleef.

Religie als middel voor vooruitgang

Lang werd gedacht dat door modernisering en globalisering religie minder belangrijk zou worden en zou verdwijnen uit de publieke sfeer. Volgens Meyer is niks minder waar: “Religie is juist van belang dankzij modernisering en globalisering.” Ze legt dit uit aan de hand van haar eigen onderzoek naar Duitse zendelingen in Afrika. In de lokale inheemse gemeenschappen die zij bezochten, was religie een lokale aangelegenheid. Elk dorp en elke plaats kende andere goden en geesten. Mensen brengen offers aan voorouders en lokale goden. De zendelingen stelden daar een alternatief tegenover: de heilige geest die wordt gezien als een mobiele kracht, die je overal beschermt en leidt naar een beter leven. Een goddelijke vorm die niet gebonden is aan plaats en tijd en dus alomvattender is. Het bekeren tot het christendom, werd door de zendelingen neergezet als een bekering tot de moderniteit met moderne gebruiken zoals het huwelijk, of het wonen in een gezin.

Toch betekende dit niet dat de bekeerlingen de westerse vorm van christendom één-op-één overnamen. Het botsen van verschillende religies zorgt voor nieuwe vormen en uitingen van religie. Zo nam het geïmporteerde christendom lokale gebruiken over, zoals gebedsgenezing en bidden voor voorspoed. Maar in al die verscheidenheid biedt het christendom mensen de mogelijkheid te horen bij een 'wereldwijde beweging'. De these dat religie minder belangrijk zou worden is dan ook een typisch westers perspectief, stelt Meyer. Waar religie in de westerse wereld misschien wordt gezien als achterhaald en beperkend, is religie in Afrika hip. Het christendom staat voor de belofte van vooruitgang en vormt een toegangsticket tot de wijde wereld.

“Er is geen noodzakelijke link tussen geloof en religie.”

Religie is een handeling

Als religie zo divers is, hoe doe je daar dan onderzoek naar? Dat begint met het kijken naar de sociaal culturele context en de beleving van de mensen zelf, stelt Meyer. Dat klinkt logisch, maar ook binnen de religiewetenschap is lang een blinde vlek geweest voor andere betekenissen die mensen geven aan religie. Meyer: “Dat begint al bij de vraag: 'Wat geloof je?' die gaat uit van een protestantse opvatting van religie waarin geloof nogal belangrijk is. Maar er is geen noodzakelijke link tussen geloof en religie. Religie behelst meer dan louter geloven.” Door de grote focus binnen de religiewetenschap op het bestuderen van heilige boeken, en de nadruk op betekenisgeving en zingeving, wordt voorbijgegaan aan andere uitingen van religie. Meyer gebruikt haar eigen onderzoek bij het Ewe-volk in Ghana als voorbeeld. Het Ewe-woord dat het dichtst bij 'religie' komt is 'subosubo', wat zoiets betekent als 'je doet aan handelingen', of 'je vereert iets'. Religie is daar niet een kwestie van geloven, maar een activiteit, iets wat je doet. Meyer: “Religie gaat daar over het hier en nu, over het welzijn van mensen. 'Religie' is het brengen van offers, het weren van kwade geesten en onreinheid.”

Meyer ziet religie als een bemiddelingspraktijk, een manier om een brug te slaan naar dat wat als goddelijk wordt gezien. Het is een medium om een andere werkelijkheid, die niet direct tastbaar of zichtbaar is, bereikbaar en ervaarbaar te maken. Meyer: “De mens is een schepper, en actieve gebruiker van het medium religie.”

Een materiële invalshoek

Om de beleving van religie te kunnen vatten is het bestuderen van een heilig schrift dus niet genoeg. Binnen de religiewetenschap komt steeds meer aandacht voor de materiële dimensie van religie. Objecten, beelden, klanken, voedsel rituelen: allemaal vertellen ze iets over hoe mensen religie beleven. Stijl is niet een oppervlakkig kenmerk van religie, maar een vormende factor, die een religieuze wereld oproept en in stand houdt. Een mini altaar inrichten in je huis, vijf keer per dag bidden, of het ophangen van een poster van Jezus; het zijn allemaal manieren waarop religie wordt geleefd.

Materieel bezit speelt ook letterlijk een rol in nieuwe religieuze bewegingen, zoals de Pinksterkerk, die rijkdom ziet als een goddelijke zegen, als deel van een succesvol leven. Die materiele dimensie is belangrijk voor de leden, want waarom zou je religieus zijn als het geen effect heeft op je welzijn (en welvaart)? Een calvinistische protestant, opgegroeid met soberheid, en het ideaal van 'puur geloof', klinkt dit misschien gek in de oren, maar als je weinig bestaansmiddelen hebt is de relatie tussen religie en de belofte van welvaart en welzijn een stuk logischer.

Na het 'wat' en 'hoe' van religie, onderzoeken we volgende week het 'waarom' in het laatste deel van het drieluik 'Heilige Huisjes'. Dr. Elpine de Boer (Psychologie van religie, LU) doet onderzoek naar de psychologie van religie. Waarom lijken mensen niet zonder geloof in iets hogers te kunnen?