In de NRC verscheen dit weekend een grote reconstructie van de coronacrisis. Het oordeel over het handelen van het RIVM en de overheid is niet altijd even positief. Maar wat maakt een evaluatie waardevol? Lessen leren is belangrijker dan de schuldvraag, stellen bestuurskundigen Arjen Boin en Paul ’t Hart.
Leestijd 2 minuten — Ma 22 juni 2020
Adapt!

De tijd lijkt rijp voor evaluatie. In de weekendkrant van de NRC publiceerden Derk Stokmans en Mark Lievisse Adriaanse een reconstructie van de coronacrisis. De reconstructie is diepgaand, uitgebreid en gedetailleerd. Maar de samenstellers zijn ook streng ten opzichte van de verkeerde inschattingen die aan het begin van de coronacrisis zijn gemaakt. “De illusie dat ons land goed voorbereid was leidde tot inschattingsfouten en fatale blinde vlekken,” zo leest de inleiding. Na deze zullen andere reconstructies volgen, met misschien andere conclusies. Ook op die van het RIVM is het nog even wachten.

Verschillende evaluaties zullen verschillende uitkomsten hebben. Dus wat maakt een evaluatie waardevol? Bestuurskundigen prof. dr. Arjen Boin (Universiteit Leiden) en prof. dr. Paul ‘t Hart (UU) stellen dat een goede evaluatie zich altijd moet richten op constructieve feedback. “Een terugkerend probleem in de evaluatie van crises is de dominerende wijsheid van achteraf,”  stellen zij in een opiniestuk dat ze afgelopen mei in Trouw publiceerden. Veel lijkt achteraf te voorkomen zijn geweest. Vergissingen lijken dan grove fouten. Boin en ’t Hart: “Bij evaluatie van de coronacrisis gaat het om waarheidsvinding, niet om de schuldvraag.”

Van een crisis kun je leren

Om die reden spraken beiden onlangs in de lezingenserie Adapt! Van een crisis kun je leren. In deze serie geven verschillende wetenschappers hun kijk op de coronacrisis, vanuit hun expertise en onderzoek naar crises uit het verleden.

Het eerste oordeel van Boin over het beleid is positiever dan dat van de NRC. De snelheid waarmee de overheid bijvoorbeeld financiële steun beschikbaar stelde voor veel economische sectoren, noemt Boin indrukwekkend. De repatriëring van Nederlanders uit het buitenland bleef onzichtbaar, maar was volgens Boin bijzonder effectief. Boin: “We hebben het eigenlijk niet zo slecht gedaan.”

“Wat is ons nu eigenlijk overkomen?” vraagt ‘t Hart zich tijdens de lezing af. Een traumatische schok, waarvan de traumaverwerking pas net is begonnen. En een crisis die ons heeft verrast. “Waarom heeft ons dit nu verrast? Hadden wij wel verrast mogen zijn? Dat is denk ik een hele grote vraag die de komende maanden of jaren terug op de agenda gaat komen.” De discussie is geopend. De lezingen van ‘T Hart en Boin kijk je hier terug.

Bruin gras, lage voerkuilen en elke dag op de trekker heen en weer om de regeninstallatie te verplaatsen naar droge stukken weiland. Tijdens droogte is voor een boer de strijd om het water de dagelijkse praktijk. Wat betekent de aanhoudende droogte?
Leestijd 3 minuten — Ma 8 juni 2020
Science Sessions

De overheid besloot afgelopen vrijdag om 100 miljoen euro extra uit te geven aan de bestrijding van droogte in Nederland. Na de extreem droge zomer van 2018 ervaren we nu het derde droge jaar op rij. Waterschappen moeten het water beter vast leren houden, in verband met toekomstige periodes van aanhoudende droogte. Het geld moet er ook voor zorgen dat ons land beter is voorbereid op extreem weer.

“We krijgen meer droogte én overstromingen in een propvol land," vatte hydroloog en droogte-expert dr. Niko Wanders (UU) de problemen samen in de lezing De strijd om het water begin dit jaar. Wanders werkte samen met het KNMI aan een onderzoek over de droogte van 2018. Het rapport kwam eind mei uit. Daarin werd aannemelijk gemaakt dat het neerslagtekort van 2018 samenhangt met de grotere huidige klimaattrend, de opwarming van de aarde. Dinsdag 9 juni spreken wij Wanders opnieuw in de Science Sessions. Wat is de impact van de conclusies van het KNMI-rapport? En wat kunnen wij als burgers bijdragen aan de bestrijding van droogte?

De boer strijdt tegen de droogte

Een van de sectoren die getroffen wordt door de droogte is de melkvee-industrie. Mijn ouders zijn koeienboer in de Achterhoek en hebben een melkveebedrijf met ongeveer 50 koeien. Daarmee is het een van de kleinere niet-biologische boerderijen in Nederland. Toch is het de vraag of we dit aantal koeien kunnen houden. En dat komt door de droogte.

Jongvee loopt tussen de regeninstallaties in over het droge gras

Het is opnieuw de droogste lente ooit, en dat merken we. De Achterhoek is momenteel weer een van de droogste regio’s in Nederland. Mijn vader pacht een paar hectare grasland in de buurt van de rivier de IJssel. In maart had hij deze met mest bereden. Je injecteert de mest dan in de bovenste grondlaag. Een paar goede regenbuien en de mest met voedzame nutriënten trekt zo de grond in. Maar die paar goede regenbuien zijn er niet geweest. Toen mijn vader er vorige week het gras ging maaien, maaide hij een opgedroogd laagje mest mee. Dat was er gewoon drie maanden op blijven liggen. De grasoogst viel nogal tegen.

De voedselreserves voor de koeien zijn de vorige jaren opgebruikt. Dat er snel iets moet gebeuren is duidelijk. Pragmatisch zet mijn vader de oplossingen uiteen. “Niemand kan voorspellen hoe droog het aankomende zomer wordt,” zegt hij. “Dus zodra de droogte begint, begin je met sproeien. Dan hoop je dat je genoeg water hebt tot het weer gaat regenen.” Ik kijk omhoog en wijs mijn vader op de grijze lucht. Hoofdschuddend antwoordt hij: “afgelopen weekend viel hier twaalf millimeter regen. Dat is niet genoeg. Dat is overmorgen weer weg."

Hoe verdeel je schaars water?

Als er te weinig gras groeit, moet mijn vader de koeien eerder gaan verkopen en het familiebedrijf langzaam afbouwen. Om dat te voorkomen zal er dus meer water naar de Achterhoek moeten. De extra investeringen zullen hopelijk helpen om in de toekomst beter met droogte om te kunnen gaan. Maar volgens Wanders dreigt er desalniettemin een nationaal watertekort. Mijn vader is dan niet de enige die belang heeft bij dat schaarse water. Andere agrariërs, natuurgebieden, de scheepvaart en de consument gebruiken dat water ook.

Wie heeft er bij waterschaarste het recht op water? Het complexe plaatje van hoe dat in Nederland is geregeld, bespreken we ook met Wanders tijdens de Science Sessions. Eerder besprak rechtsgeleerde dr. Daphina Misiedjan (UU) in de lezing Who’s got the right to water hoe dat op wereldschaal is geregeld. Niet alleen is dat plaatje nog complexer, zo legt Misiedjan uit, het recht op water is wereldwijd oneerlijk en onduidelijk verdeeld. Als er in 2040 mondiaal ‘waterstress’ ontstaat, zoals geografische toekomstmodellen laten zien, moet de wereld wel een antwoord op de vraag kunnen formuleren. Wanders stelt het kernachtig: “We moeten keuzes maken.”

Pagina's