Technologische oplossingen zijn de toekomst als het gaat om het bestrijden van de opwarming van de aarde. Maar is dat wel zo’n goed idee?
Leestijd 2 minuten — Di 20 april 2021

In de afgelopen eeuw is de temperatuur op aarde ongeveer een graad gestegen en de warmterecords vliegen ons om de oren. We kunnen er dus niet langer om heen: de opwarming van de aarde is een serieus probleem dat onze directe aandacht vraagt. Steeds vaker kijken onderzoekers hierbij naar technologische oplossingen, wat op zowel bijval als weerstand kan rekenen van de maatschappij. Een goed voorbeeld is geo-engineering, waarbij de natuurlijke systemen van de aarde op een grootschalige manier kunstmatig worden gemanipuleerd. Denk aan ruimteschilden die zonlicht weerkaatsen om de temperatuur te verlagen. Of het storten van ijzer in de oceanen om de groei van plankton te stimuleren en zo de CO2 opname te vergroten.

De Amerikaanse wetenschapsjournalist Elizabeth Kolbert spreekt in een interview met Nieuwsuur over het dimmen van de zon door een vulkaanuitbarsting te simuleren. De grote hoeveelheid stofdeeltjes die daarbij vrijkomt, blokkeert het zonlicht en leidt zo tot tijdelijke temperatuurdaling. Dr. Claudia Wieners (IMAU) legt in de talkshow "Hoe ziet de toekomst van de weersverwachting eruit?" uit dat dit nagebootst kan worden door kleine deeltjes zwaveldioxide te "injecteren" in de lucht met vliegtuigen. Onderzoekers van onder andere Harvard University doen hier al onderzoek naar. Het eerste experiment stond gepland voor deze zomer in Zweden, maar stuitte op flinke weerstand en is daarom afgelast.

SOCIAAL DRAAGVLAK

Innovatiewetenschapper dr. Frank van Rijnsoever (UU) zag hetzelfde gebeuren in Nederland. Hij vertelt in zijn lezing "Hacking global warming" dat er in theorie genoeg ruimte in ons land is om onze CO2-uitstoot voor de komende 40 jaar ondergronds op te slaan. Een eerste experiment in Barendrecht in 2008 werd net als in Zweden niet met open armen ontvangen. “Mensen zijn bang voor technologie en de onbekende gevolgen ervan. Er werden plaatjes verspreid van dode kinderen op een hockeyveld na een CO2 explosie.” Daarom pleit van Rijnsoever ook voor een maatschappelijk debat, in plaats van enkel een technische discussie over de toepassingen van geo-engineering.

Er zijn dus veel zorgen over de mogelijk onbedoelde en nog onbekende gevolgen van geo-engineering. Toch zijn wetenschappers het er meer en meer over eens dat we niet veel langer een keus zullen hebben. Hoogleraar energie- en klimaatethiek aan de TU Delft Behnam Taebi bevestigt dat in een artikel van Nieuwsuur: "We zijn het station gepasseerd waarin we ons de luxe kunnen permitteren om te zeggen: dat doen we niet, want dat is te risicovol."

Het overlijden van de Britse prins Philip krijgt een hoop media-aandacht. Hoe komt het dat het leven en de dood van leden van het koningshuis zo in het publieke oog plaatsvindt?
Leestijd 2 minuten — Za 17 april 2021
Tv-series ontleed

Vandaag is de uitvaart prins Philip van het Britse koningshuis. Zijn overlijden vorige week was groot nieuws, ook in Nederland. Het Britse koningshuis is ten slotte de beroemdste koninklijke familie ter wereld. Een roem die mogelijk nog groter is geworden door de populaire Netflix-serie The Crown. De afgelopen dagen verschenen allerlei artikelen, verhalen en analyses over het leven van de prins. En hoewel Philip gevraagd zou hebben om een bescheiden begrafenis, wordt de dienst rechtstreeks uitgezonden op televisie. De media en bevolking hebben geen boodschap aan zijn wens van terughoudendheid. Waar komt deze fascinatie met het koningshuis vandaan?

Koninklijke celebrities

“Het koningshuis is een belangrijk onderdeel van onze populaire cultuur geworden,” legt cultuurhistoricus dr. Jeroen Koch (UU) uit in zijn lezing over The Crown. Waar vroeger nog een sfeer van mysterie en magie rond het koninklijk huis hing, staat de koninklijke familie tegenwoordig vol in de schijnwerpers. Het Nederlandse koningshuis kent nog enige vorm van privacy. Er zijn duidelijke afspraken gemaakt met de pers, die op afgesproken dagen familiefoto’s maakt. De Engelse pers mag en doet veel meer, en de belangstelling vanuit het volk is enorm. Kijkers van The Crown weten dat het jaren geleden begon met de kroning van de huidige Britse koningin Elizabeth II. De ceremonie was de allereerste Europese live televisie-uitzending ooit. Maar denk ook aan het mediaspektakel rond het huwelijk tussen prins Harry en Meghan Markle, en de massahysterie na hun verlaten van het koninklijke huis. De leden van de koninklijke familie zijn celebrities geworden, meer ornament dan fundament van de staat. “Vroeger was de natie van de koning. Nu is de koning van de natie,” stelt Koch. “De koninklijke familie is bezit geworden van een brede middenklasse die zich voor het overgrote deel maar al te graag met de monarchie identificeert.” Het koningshuis is afhankelijk geworden van zijn populariteit bij het volk. En dus vindt je hele leven als lid van de koninklijke familie plaats in het publieke oog. Zelfs je overlijden blijkt “publiek bezit”.

In 1944 zonk het Amerikaanse oorlogsschip de USS Johnston voor de kust van de Filipijnen. Nu, 76 jaar later, zijn onderzoekers er voor het eerst in geslaagd de restanten op de zeebodem in beeld te brengen. Nooit eerder dook men zo diep de oceaan in.
Leestijd 2 minuten — Di 6 april 2021

Een Amerikaans expeditie team heeft voor het eerst beelden gemaakt van het diepste scheepswrak ooit. Het gaat om de USS Johnston, een Amerikaanse torpedobootjager uit de Tweede Wereldoorlog. Het oorlogsschip zonk op 25 oktober 1944 bij de Slag van Samar. Het was één van de grootste zeeslagen in de geschiedenis en kostte het leven aan 141 van de 327 bemanningsleden. Het markeerde het begin van het eind voor de Japanse marine in WWII.

De restanten van de USS Johnston liggen op 6456 meter onder het wateroppervlak. Ter vergelijking, het bekende wrak van de Titanic ligt op maar 3800 meter diepte. Het scheepswrak werd al in 2019 gelokaliseerd, maar bevond zich toen nog grotendeels buiten het bereik van de op afstand bestuurbare duikboot. Onder leiding van expeditieleider en oud marinecommandant Victor Vescovo is het nu gelukt om de USS Johnson voor het eerst goed te bestuderen. En dat levert spectaculaire beelden op.

De eerste beelden van de USS Johnston, het oorlogsschip dat zonk in 1944

Nummer 557

Het team leerden van vorige expedities en waren nu uitgerust met de bemande onderzeeër DSV Limiting Factor. Victor Vescovo zat aan het stuur en zag met eigen ogen hoe de restanten van het scheepswrak tevoorschijn kwamen. Het rompnummer 557 bevestigde dat het om de USS Johnston ging. "We hebben twee derde van het voorste deel van het schip gelokaliseerd, rechtopstaand en intact", laat Vescovo weten in een statement op Twitter. Het wrak is in verrassend goede staat, afgezien van de schade dat het opliep in de zeeslag. Twee (lege) torpedorekken waren goed zichtbaar en de geschuttorens stonden zelfs nog in de juiste positie. Het team legde een krans bij het scheepswrak om hen te herdenken die omkwamen toen USS Johnston zonk. De sonar-data en beelden van de duikexpeditie zijn gedeeld met maritiem historici. Vescovo vertelt: “I’m proud to have helped bring clarity and closure to the Johnston, its crew, and the families of those who fell there.”

Het rompnummer 557 bevestigde dat het ging om de USS Johnston.

Deze diepzeeduik is een primeur: het is de diepste wrakduik ooit. Het laat ons beseffen hoe weinig we weten over de oceanen en de geheimen die zij voor ons bewaren. Wat valt er allemaal nog te ontdekken in de diepzee? Wat kan de diepzee ons vertellen over de geschiedenis van het leven op aarde? Zijn er geheimen die maar beter diep verborgen kunnen blijven? In de lezing ‘De geheimen van de zeebodem’ vertelt marien geoloog dr. Furu Mienis (NIOZ) ons meer over de gevolgen van diepzeeonderzoek. Deze Nederlandstalige lezing is op maandag 19 april 2021 van 20:00 tot 21:30 uur en is gratis te volgen op ons YouTube kanaal.

Op 28 maart om 02.00 uur ging de zomertijd weer in. Hoewel we die nacht een uur minder konden slapen, verwelkomen veel mensen de zomertijd met open armen. Met dat extra uurtje daglicht verdwijnt de winterdip als sneeuw voor de zon. Je voelt je vrolijker en zelfs je slaapkwaliteit gaat vooruit. Hoe werkt dat precies?
Leestijd 2 minuten — Di 30 maart 2021

Je hebt weinig energie, moet jezelf ’s ochtends uit bed slepen en je bent minder opgewekt. Het zijn kenmerken van een winterdip. Veel mensen herkennen dit gevoel wanneer de dagen korter en donkerder worden tegen het eind van het jaar. Zodra de zomertijd ingaat verdwijnen je klachten en voel je je beter. Dit komt vooral omdat je elke dag een uur langer het daglicht ziet. Voldoende blootstelling aan daglicht, en dan vooral zonlicht, stimuleert de aanmaak van het gelukshormoon serotonine. Dit hormoon heeft een positieve invloed op je humeur en op de kwaliteit van je slaap. Veel daglicht zorgt ervoor dat je sneller in slaap valt en beter doorslaapt. Dit komt omdat de serotonine die je overdag aanmaakt, ’s avonds wordt omgezet tot het slaaphormoon melatonine. Dat uurtje minder slaap afgelopen weekend kan dus ruimschoots worden ingehaald in de komende periode.  En dat is fijn, want onderzoek toont aan hoe belangrijk slaap voor ons is.

Belang van slaap

Slaap is nodig om tot rust te komen en om alle indrukken van de dag te verwerken. “Alles wat je overdag hebt geleerd, wordt ’s nachts nog een paar keer herhaald,” legt experimenteel – en gezondheidspsycholoog dr. Jeroen Benjamins (UU) uit in het Science Café over slaap. Die nachten doorhalen voor een tentamen was dus achteraf misschien niet de beste leerstrategie. Naast dat voldoende slaap ons geheugen beïnvloedt, is het ook van belang voor ons concentratievermogen, onze emoties en zelfs ons lichamelijke herstel. Een goede nachtrust is dan ook van essentieel belang voor je gezondheid, vult cardioloog dr. Linda van Laake (UMC) aan. Zij die slecht slapen hebben namelijk een verhoogde kans op diabetes, kanker, depressie en hartproblemen.

De experts delen een aantal tips om slaapproblemen te voorkomen: zorg voor regelmaat in je leven, zet de ramen open als je slaapt, leg je schermen op tijd weg. En ga overdag naar buiten voor je portie daglicht. Probeer dus juist wel dat dagelijkse ommetje te lopen. Drink morgenochtend een kopje koffie in de zon met je buurvrouw of huisgenoot. Je zal jezelf dankbaar zijn in de nacht.

Wetenschappers zijn er voor het eerst in geslaagd een kunstmatig embryomodel van menselijke cellen te ontwikkelen. Dit helpt het onderzoek naar ons ontstaan, zwangerschap en onvruchtbaarheid enorm. Tegelijkertijd roept het ook ethische vragen op. Waar ligt de grens van medische technologie?
Leestijd 2 minuten — Di 23 maart 2021

Hoe ontstaat leven? Dat is een vraag die ontwikkelingsbiologen al lang bezighoudt. Een bevruchte eicel ondergaat celdelingen, nestelt zich in de baarmoederwand en ontwikkelt zich tot foetus. Toch gaat dit lang niet altijd goed. Om dit proces beter te begrijpen is er veel onderzoek nodig. Dit wordt nu afgeremd door een schaarste aan menselijke embryo’s om onderzoek in te doen. Ook kleven er ethische en wettelijke regels aan het gebruik van menselijk onderzoeksmateriaal. Een alternatief is dus hoognodig.

In 2018 lukte het Nederlandse onderzoekers al een kunstmatig model van een embryo in het lab te ontwikkelen uit muizencellen. Maar een kunstmatig embryomodel van menselijke cellen? Dit klinkt als iets van de toekomst, maar niets is minder waar. Twee onderzoeksgroepen zijn er namelijk onafhankelijk in geslaagd een compleet, kunstmatig embryomodel te ontwikkelen uit menselijke stamcellen. Ze publiceerden hun resultaten in het wetenschappelijke tijdschrift Nature.

VAN HUIDCEL NAAR BLASTOID

De eerste onderzoeksgroep, onder leiding van Jun Wu (University of Texas), ontwikkelde het kunstmatige embryomodel uit pluripotente stamcellen. Dit zijn onze basiscellen, ze kunnen namelijk nog uitgroeien tot bijna elke andere cel in ons lichaam. Door de stamcellen te laten groeien op een voedingsbodem, vormden er zich holle klompjes cellen die sterk leken op blastocysten (het vroege beginstadium van een embryo). De blastoid was geboren.

De onderzoeksgroep van Jose Polo (Monash University) begon met menselijke huidcellen en herprogrammeerde deze eerst tot pluripotente stamcellen. Ook zij zagen dat de stamcellen na ongeveer een week klompjes cellen vormden. Beide groepen toonden vervolgens aan dat niet alleen de structuur, maar ook de genetische opbouw van de blastoids vergelijkbaar is met die van menselijke blastocysten.

MAG DAT ALLEMAAL WEL?

Toch zijn er ook belangrijke verschillen. Zo mist er een beschermend membraan, de zona pellucida, die alleen ontstaat bij de interactie tussen de eicel en zaadcel. Mede hierdoor kunnen blastoids zich niet kunnen ontwikkelen tot foetussen. Maar, hoe meer onderzoek er gedaan wordt naar deze kunstmatige embryomodellen, hoe meer ze zullen gaan lijken op de echte menselijke embryo’s.

Morele, ethische en juridische dilemma’s zijn onvermijdelijk bij het ontwikkelen van dit soort technologieën. Zo verduidelijkt hoogleraar ethiek prof. dr. Annelien Bredenoord (UMCU) in de lezing “Wie is er bang voor gentechnologie?”: “Je hebt aan de ene kant de technologie en de wetenschap en aan de andere kant de ethiek en de maatschappij. Die zijn heel innig met elkaar verbonden." Politieke debatten hebben namelijk een invloed op wat er gebeurt in het lab, en wetenschappelijke resultaten beïnvloeden weer hoe wij als maatschappij denken en doen. Zodra men dus spreekt over menselijke embryo’s en eventuele genetische modificaties, dan kan je verwachten dat dit veel stof doet opwaaien. Denk aan de Chinese wetenschapper die in zijn onderzoek gentechnologie gebruikte om de genen van embryo’s aan te passen. Toch is het volgens Bredenoord belangrijk om ethische vraagstukken rondom menselijke embryo’s wel objectief te blijven benaderen: “kom uit je onderbuik en beslis met je hart en je hoofd.”

Tien jaar na Fukushima is het land de schok nog niet te boven. De wederopbouw is in volle gang, maar de afvoer van radioactief afval moet nog beginnen. De vraag is alleen hoe? Terwijl Japan dus nog bijkomt, is de volgende mega-aardbeving al in aantocht. Maar waar en wanneer gaat deze plaatsvinden?
Leestijd 3 minuten — Wo 17 maart 2021

Tien jaar geleden, op 11 maart 2011, voltrok zich een ramp in het Japanse Fukushima. Een aardbeving met 9.0 op de schaal van Richter liet de stad zes minuten lang schudden op zijn grondvesten. Door de enorme schok verschoof het hele eiland Honshu in één klap 2,5 meter naar het oosten. Nog geen vijftig minuten later trok een verwoestende tsunami over het vasteland van Japan. Golven van wel 15 meter hoog lieten een spoor van vernieling achter. Ruim 18000 mensen stierven en hele steden werden weggevaagd. Hoewel Japan goed voorbereid was op aardbevingen, konden ze tegen al dit natuurgeweld niets betekenen. Ook de Daiichi-kerncentrale vlak aan de kust werd getroffen. Door al het water viel de stroom uit en de reactorstaven konden niet meer voldoende worden gekoeld. Het gevolg was de zwaarste kernramp sinds Tsjernobyl.

RADIOACTIEF AFVAL

De gevolgen van deze kernramp zijn tien jaar later nog goed merkbaar in het land en onder de bewoners. Hoewel de wederopbouw van de regio in volle gang is, moet het opruimen van het nucleaire afval nog beginnen. Het opruimen van de 800 ton radioactief afval is een enorme uitdaging, vooral omdat een groot deel van het afval onder water ligt en de straling in het gebied voor mensen te hoog is. Er worden nu speciale robots ontwikkeld die het afval moeten ophalen. Tepco, de uitbater van de kerncentrale, hoopt dat de risicovolle operatie in 2051 is afgerond.

Ook de opslag van het radioactieve grond- en koelwater vormt een probleem. Er staan nu al meer dan duizend tanks op het opslagterrein en elke week komt er een bij. Een onhoudbare situatie, vinden Tepco en de Japanse overheid. Volgens hen is de oplossing simpel. Filter de radioactieve stoffen uit het water en laat het terugstromen in de oceaan. Milieuorganisaties als Greenpeace zijn tegen. De nucleaire wasstraat die speciaal hiervoor ontwikkeld is, het Advanced Liquid Processing System, functioneert namelijk niet altijd optimaal.

THE NEXT BIG ONE

Hoewel Japan nog steeds bijkomt van de mega-aardbeving in 2011, is volgens experts de volgende al in aantocht. Aardbevingen in gebieden rondom scheuren in onze aardplaten, zoals onder Japan of Los Angeles, zijn geen uitzondering. Dat blijkt maar weer nadat Fukushima nog geen maand geleden opnieuw getroffen werd door een beving. Maar mega-aardbevingen, die een 9 of hoger scoren op de schaal van Richter, zijn uitzonderlijk. Sinds de metingen zijn begonnen in 1900, zijn er pas vijf van zulke mega-aardbevingen geweest.

De vraag is nu, waar en wanneer komt de volgende? Volgens experts zal dit ergens in de Cascadia Subduction Zone gaan gebeuren, aan de Amerikaanse westkust. Onder andere de steden Portland, Seattle en Vancouver bevinden zich hier. Onderzoek naar jaarringen in bomen en een bijzonder zandlaagje in de grond toonde aan dat de vorige mega-aardbeving hier in 1700 heeft plaatsgevonden. Door aanvullend grondbodemonderzoek kon vervolgens een tijdlijn van de afgelopen 10000 jaar gemaakt worden. Wat blijkt? Om de 243 jaar is er zo’n speciaal zandlaagje te zien in de Amerikaanse bodem. Een snelle berekening laat zien dat we nu al 78 jaar over tijd zijn. De volgende mega-aardbeving kan dus ieder moment komen.

Een nieuw perspectief op natuurrampen? Hoogleraar Humanitaire hulp en wederopbouw prof. Thea Hilhorst (UU) pleit in de lezing ‘Wie grijpt de macht in noodsituaties?’ voor een bredere visie op natuurrampen. Wat is nou precies de impact van een catastrofe als die in Fukushima? Is elke ramp in feite politiek? En hoe bereiden we ons voor op een volgende?

Op school was het allemaal best duidelijk. Wanneer je met geschiedenis leerde over de Eerste Wereldoorlog, was de moord op de Oostenrijkse aartshertog Franz Ferdinand in 1914 hét startpunt van de strijd. Van het een kwam het ander. Maar is de geschiedenis wel zo simpel?
Leestijd 4 minuten — Do 11 maart 2021
The bigger picture

De reden tot het ontstaan van de Eerste Wereldoorlog is een vraagstuk waar historici zich al meer dan honderd jaar mee bezig houden. Een “discussie zonder eind”, zoals filosoof en historicus dr. Jacques Bos (UvA) het noemt. Wat die discussie ons vooral leert is dat de geschiedschrijving niet zo rechtlijnig is als de geschiedenisles doet overkomen. In de lezingenreeks ‘The bigger picture’ laat Bos zien hoe geschiedkundigen een logisch verhaal maken uit een wirwar aan oorzaken en gevolgen. Want anders dan in de natuurkunde, is er in de geschiedschrijving nooit één oorzaak die leidt tot één gevolg. Hoe door de historische bomen het bos te zien is nu de vraag.

Hoe en waarom?

Historici zijn meesters in het vertellen van verhalen over vergane tijden. In hun boeken verbinden ze oorzaak en gevolg met mooie woorden moeiteloos met elkaar. In realiteit is het achterhalen van oorzaken in de geschiedschrijving enorm complex. Er is onder historici dan ook veel discussie over de echte oorzaak van WOI. Aan de ene kant heb je de feitelijke oorzaken, de aanleidingen. Die zijn van belang voor de vraag hoe de oorlog is ontstaan. Denk aan de moord op Franz Ferdinand, één gebeurtenis veroorzaakte een kettingreactie en leidde binnen een maand tot een oorlogsverklaring tussen het Verenigd Koninkrijk en Duitsland.

Aan de andere kant zijn er de dieperliggende oorzaken. Misschien lag het wel aan het sterke nationalisme dat heerste, of het kapitalisme. Speelde de agressie in Duitsland een belangrijke rol? Of toch de industrialisatie van het land? Zoals je ziet houdt dit perspectief zich meer bezig met de vraag waarom de oorlog is ontstaan. Het uiteindelijke verhaal dat de boeken haalt is vaak een mengeling van beiden én is gekleurd door het perspectief van de schrijver zelf.

Geen exacte wetenschap

Net als in andere wetenschappelijke disciplines gaat geschiedenis dus heel sterk over oorzakelijke verklaringen. Maar, zoals we net al zagen, het vaststellen van de precieze oorzaak van grote historische gebeurtenissen is enorm complex. We zijn er immers zelf niet bij geweest. Het grootste verschil tussen de geschiedenis en andere wetenschapsgebieden is misschien wel dat historische gebeurtenissen als WOI zich niet zomaar laat herhalen in experimenten. Er bestaat dus eigenlijk geen neutrale beschrijving van deze gebeurtenissen. Hoe komt een historicus dan tot zijn conclusie? Het redeneren van historici is te vangen in verschillende ‘modellen’. Bos onderscheidt er drie.

Een eerste manier om naar geschiedschrijving te kijken is door op zoek te gaan naar wetmatigheden, naar logica en naar regelmaat. Net als in de natuurkunde dus. Wetenschapsfilosoof Carl Hempel liet in zijn artikel The Function of General Laws of History (1942) zien dat historici dit vaak doen, ook al blijft het grotendeels expliciet. De aanname dat het sterkste leger wint bijvoorbeeld, of dat landen hun inkomstenbronnen zullen beschermen wanneer die bedreigd worden. In de jaren ‘50 en ‘60 woedde in de geschiedkunde een heftige discussie over Hempels ideeën. Want in hoeverre kunnen theoretische wetmatigheden de uitzonderlijke gebeurtenissen uit de geschiedenis vatten?

Een tweede manier van redeneren, die haaks staat op het wetmatige verklaringsmodel, is het intentionele verklaringsmodel. Daarbij kijkt de historicus juist naar de redenen, overwegingen en intenties van de betrokkenen. Hiermee richt het model zich niet op de algemene feiten van een historische gebeurtenis, maar meer op datgene wat ze uniek en bijzonder maakte. Met behulp van reconstructies proberen historici de redenen en het doel van historische handelingen te achterhalen. Wat waren bijvoorbeeld de beweegredenen voor het staatshoofd van Oostenrijk-Hongarije om Servië de oorlog te verklaren?  

Tot slot kan de historicus nog terugvallen op het onderling vergelijken van historische gebeurtenissen. Door verschillende situaties naast elkaar te zetten kun je namelijk onderzoeken welke specifieke factoren een rol speelden. Waarom brak er bijvoorbeeld in het ene land wel een oorlog uit en in het andere niet? Dat kan ook met behulp van gedachte-experimenten, waarin de loop van de geschiedenis net een beetje wordt aangepast. Bedenk zelf maar eens, zou er ook een Eerste Wereldoorlog zijn geweest zonder de moordaanslag op Franz Ferdinand?

Orde in de chaos?

Hoe graag we ook willen weten hoe en waarom WOI begon, één enkel antwoord bestaat niet. Historici gebruiken vaak meerdere modellen naast en door elkaar heen. En dan is er ook nog eens ook ruimte voor eigen interpretaties van de historische werkelijkheid op basis van persoonlijke aannames over de wereld van toen en nu. Hoewel dit misschien chaotisch klinkt, is het niet per se erg dat historici het nooit met elkaar eens zullen worden. Bos: “het mooie is júist dat historische vragen niet zomaar te beantwoorden zijn. De ene verklaring is vaak niet beter dan de ander. Meestal leidt een verklaring juist tot een volgende verklaring. Wat dat betreft is geschiedschrijving een heel bijzondere wetenschap.”

VOLGENDE WEEK IN ‘THE BIGGER PICTURE’

In de volgende lezing in deze serie kijkt computerwetenschapper dr. Dieuwke Hupkes (FAIR Paris) met een kritische blik naar kunstmatige intelligentie. Wat zijn de voor- en nadelen van zelflerende systemen? En hoe kunnen we ze gebruiken om menselijke intelligentie zelf beter te begrijpen?

Heb je nu al een vraag voor Dieuwke? Mail ons op info[at]sg.uu.nl, waarbij je '[at]' vervangt door '@'. We zullen je vraag proberen te bespreken met onze gast.

De visserij tast de biodiversiteit op de bodem van de Noordzee aanzienlijk aan. Het innovatieve project ‘De Rijke Noordzee’ zet zich in om de onderwaternatuur te herstellen in meerdere windparken voor de Nederlandse kust. Kan het plaatsen van kunstriffen de oplossing zijn?
Leestijd 2 minuten — Di 9 maart 2021

Op 12 kilometer voor de kust van Scheveningen dobbert de verbouwde kotter Aquila. Aan boord is een team van marien biologen druk bezig met het plaatsen van oesterkooien en kunstriffen. Met het project ‘De Rijke Noordzee’ proberen zij de biodiversiteit in de Noordzee te vergroten. Hoognodig, blijkt uit de eerste beelden van de Nederlandse zeebodem, gemaakt met een grotendeels zelfgemaakte installatie van pvc-buizen, een zaklamp en een GoPro. Afgezien van een wazige zeester is het vooral een kale en onbewoonde omgeving. Zal dit initiatief hier verandering in brengen?

TESTLOCATIE OP ZEE

Het onderzoeksgebied ligt in een windpark, volgens de onderzoekers dé toekomstige plek voor natuurherstel en natuurontwikkeling in de Noordzee. Er mag namelijk niet worden gevist en het is makkelijk bereikbaar voor de onderzoekers. Op deze plek heeft North Sea Farmers een gebied van zes vierkante kilometer afgezet, de zogenoemde Offshore Test Site. Hier vindt onderzoek plaats naar het opwekken van duurzame energie met drijvende zonnepanelen en naar duurzame zeewier- en mosselteelt. En sinds maart dus ook naar de ontwikkeling naar onderwaternatuur en de terugkeer van oesterbanken.

Om dit te bewerkstelligen zijn er twee oesterkooien en vier kunstriffen geplaatst. De kunstriffen zijn gemaakt naar een prijswinnend ontwerp van het Britse ARC Marine en bestaan uit grote betonnen blokken met gaten. Deze gaten bevatten verschillende structuren waarop zich, hopelijk, nieuw zeeleven zal hechten. Bijvoorbeeld juten zakken gevuld met sint-jakobsschelpen, die zich op de zeebodem als gruis zullen verspreiden om als voedingsbodem te dienen. Een kunstrif is volgens onderzoekers de ultieme broedplaats voor oesters, krabben, zeeanemonen, vissen en mosselen en zal zorgen voor de groei van nieuwe natuurlijke riffen.

BELANG VAN DE OCEAAN

De biodiversiteit in de zee staat al lange tijd onder druk, vooral door de steeds intensievere visserij. Dit is een probleem dat zeker onze aandacht verdient, omdat de oceanen een grote rol spelen in ons dagelijks leven. “De oceaan is voor ons van levensbelang. Het is onze belangrijkste bron van zuurstof. Oceanen vormen een buffer voor het klimaat. We halen veel voedsel én grondstoffen uit de zeeën.” aldus marien ecoloog dr. Anna de Kluijver (UU). Samen met ecoloog Martijn Bart (UvA) besprak zij in de lezing “Een duik in de diepzee” het belang en de mysteries van de oceanen. Eigenlijk weten we namelijk nog helemaal niet zo veel over deze enorme blauwe dieptes. Want hoe doe je onderzoek kilometers onder het zeeoppervlak? En wat kunnen wij doen om kwetsbare ecosystemen onder water te beschermen?

Het project ‘De Rijke Noordzee’ zet dicht bij huis in ieder geval een eerste, duurzame stap om de biodiversiteit te herstellen. Over een half jaar keren zij weer terug om de kunstriffen te onderzoeken op nieuw leven.

Misdaad en straf zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden in het huidige strafrechtssysteem. Volgens strafrechtjurist prof. mr. Jacques Claessen moet het anders. Hij pleit voor een rechtssysteem waarin er aandacht is voor de mens achter de misdaad, voor herstel en voor rechtvaardigheid. Een beter alternatief?
Leestijd 4 minuten — Do 4 maart 2021
The bigger picture

We kennen allemaal de krantenkoppen over de recente avondklokrellen. “De heftigste rellen in 40 jaar”. “Plunderingen, brandjes, stenen naar de ME”. “Het leek wel oorlog”. Hoewel iedereen best begrijpt dat er onvrede en woede heerst over de huidige coronamaatregelen, is geweld nooit de oplossing. De eerste ingeving van politici én onszelf is dan ook vaak om hard te oordelen en hard op te treden. Een logische gedachtegang als we kijken naar ons huidige strafrechtsysteem. Een dader pleegt een misdaad en belandt na een rechtelijk proces achter de tralies. Toch wordt niemand beter van een gevangenisstraf, stelt strafrechtjurist prof. mr. Jacques Claessen (Universiteit Maastricht). Daarom pleit hij voor een minder zwart-wit rechtssysteem waarin de mens weer centraal komt te staan.

Op misdaad volgt straf. Toch?

Op zijn zachts gezegd was het kabinet niet blij met de avondklokrellen. “Dit heeft niets met corona te maken, dit is misdadig. We gaan er keihard tegenin,” aldus demissionair minister Grapperhaus. En dat gebeurde. Nu, iets meer dan een maand na de rellen, zijn er al 79 veroordelingen. De relschoppers vallen onder het snelrecht, waarmee ze binnen drie weken voor een politierechter verschijnen. De rechter stelt vervolgens welke wet er precies overtreden is en bepaalt welke straf de dader krijgt. In dit geval een onvoorwaardelijke gevangenisstraf en een schadevergoeding. Het is een vrij rationeel en zakelijk proces dat gebaseerd is op het principe van vergelding. Een dader moet en zal boeten voor zijn misdaden.

Ook demissionair premier Rutte oordeelde hard tijdens zijn bezoek aan de Haagse Schilderswijk: “Dit is crimineel gedrag en dan gaan we niet zoeken naar diepe sociologische betekenissen of oorzaken.” Dit is wel heel kort door de bocht volgens Claessen. Hij denkt dat het juist wél belangrijk is om deze uitingen van geweld in de context van de coronacrisis en de maatschappelijke onvrede te plaatsen. “De ogen daarvoor sluiten leidt ertoe dat de oorzaken die hebben geleid tot de rellen, niet doeltreffend worden aangepakt. Mensen handelen niet in een vacuüm.”

De avondklokrellen hielden de gemoederen in Nederland flink bezig.

Van straf naar herstel

De zoektocht naar onderliggende oorzaken staat niet gelijk aan het goedpraten van de misdaad. Het is een fundamenteel ander perspectief op de relatie tussen misdaad en straf zoals wij dat kennen. Een focus op herstel in plaats van straf, op verzoening in plaats van vergelding. Volgens Claessen is dit een veel doeltreffendere manier om herhaling te voorkomen. “Misdaad is een conflict tussen mensen. Herstelrecht streeft ernaar om het onderliggende conflict op te lossen.”

Het herstelrechtssysteem houdt daders dus actief verantwoordelijk voor hun (mis)daden. Dit gebeurt niet wanneer ze voor lange tijd in de gevangenis belanden en passief hun tijd uitzitten (in het Engels letterlijk doing time). Hoe dan wel? Denk aan een schadevergoeding, vrijwilligerswerk, taakstraffen of een agressietraining. Claessen ziet ook heil in herstelconferenties. Daders, slachtoffers, buurtgenoten én overheidsmedewerkers gaan met elkaar in gesprek en komen al pratend tot een passende oplossing. Waar slachtoffers in het strafrechtssysteem vooral toeschouwer zijn, krijgen ze in het herstelrechtssysteem weer een stem.

Juist wanneer we voorbij de juridische benadering van misdaad en straf kijken ontstaat er ruimte voor een menselijkere visie. Daders zijn meer dan hun misdaad en slachtoffers zijn meer dan het misdrijf. Kortom, er is meer dan simpel ‘goed’ en ‘kwaad’.

“Als wij onderweg een mens tegenkomen die, ook onderweg, ons tegemoetkwam, dan kennen wij slechts ons stuk van de weg, niet het zijne; het zijne beleven wij slechts in de ontmoeting.”

Filosoof Martin Buber (1878-1965)

Niet iets nieuws

Dit holistische rechtssysteem van herstel en strafbemiddeling klinkt misschien als iets moderns, maar niets in minder waar. In traditionele culturen als de Maori of de Inuit werden misdrijven al afgehandeld in informele stambijeenkomsten. Gerechtigheid, verzoening en vrede voerden de boventoon. Tot en met de middeleeuwen heeft de westerse wereld een vergelijkbaar systeem gehad. Het strafrecht zoals dat tegenwoordig bestaat is pas geïntroduceerd door Napoleon ten tijde van het absolutisme, twee eeuwen geleden. Een terechte vraag is of deze overgang te maken heeft met beschaving of met machtsvertoon?

Terug naar de basis

Het is zeker niet de bedoeling om misdaad en straf te romantiseren, benadrukt Claessen. Herstelrechtvoorzieningen vragen veel van het empathisch vermogen van de mens en gaan uit van een gedeelde morele basisregel: “Gij zult een ander niet schaden”. Daders én slachtoffers moeten bereid zijn met elkaar in gesprek te gaan. Vaak ontstaat hieruit wel iets moois, een wederzijdse oplossing of op z’n minst het gevoel dat je je verhaal kwijt kan. Willen één of meerdere betrokkenen niet vrijwillig meewerken dan kan er altijd over worden gegaan tot herstelgerichte sanctioneringen. Denk aan een herstelgerichte taakstraf of een korte (thuis)detentie. Claessen: “straf is immoreel en vaak ineffectief. In 2021 lijken we dit vergeten te zijn. Strafrecht is vaak het eerste redmiddel en niet het laatste. Ik zou dat graag anders zien.”

Claessen heeft dan ook zo zijn eigen idee over de rechterlijke aanpak van de avondklokrellen. In plaats van een passieve gevangenisstraf, pleit hij voor een actieve aanpak die de intrinsieke motivatie tot herstel aanspreekt. Laat de flessengooiers en de demonstranten op het Museumplein in gesprek gaan met winkeleigenaars, agenten en de gemeentes. Focus samen op een betere en rechtvaardigere toekomst.

Volgende week in 'The bigger picture'

In de volgende lezing in deze serie kijkt filosoof en historicus dr. Jacques Bos (UvA) met een kritische blik naar oorzaak en gevolg in historische processen. Hoe zeker kun je zijn van de onderliggende oorzaken van historische gebeurtenissen? En wat is daarin de rol van de historicus?

Heb je nu al een vraag voor Jacques? Mail ons op info[at]sg.uu.nl, waarbij je '[at]' vervangt door '@'. We zullen je vraag proberen te bespreken met onze gast.

Sinds de demonstraties van de Dolle Mina’s in de jaren ’60 en ’70 gaat de strijd voor vrouwenemancipatie onvermoeibaar door. Vanaf eind februari worden vrouwen nóg meer baas in eigen buik: twee moties over abortus en anticonceptie zijn aangenomen. Wat verandert er voor vrouwen (en mannen)?
Leestijd 3 minuten — Di 2 maart 2021

14 maart 1970, Utrecht: het strijdtoneel van de feministische actiegroep Dolle Mina. Met de leus ‘Baas in eigen Buik’ op hun ontblote buiken deelden vrouwen flyers over abortus uit op een vergadering van gynaecologen. In de jaren die volgden demonstreerden de Dolle Mina’s voor het recht op geboortebeperking en abortus, voor toegankelijkheid en verbetering van het onderwijs. Kortom, voor gelijke rechten tussen man én vrouw. Deze strijd voor emancipatie gaat nog steeds door, en met resultaat. Dit jaar is de motie voor de afschaffing van de verplichte bedenktermijn voor een abortus en voor optimale anticonceptie aangenomen. Een enorme opsteker voor iedereen die blijft strijden voor de rechten van de vrouw.

De revolutie gaat door

De ingediende moties grijpen in op het zelfbeschikkingsrecht dat heerst in Nederland. Dit stelt dat je het recht hebt zelf te bepalen wie je bent en wat je doet. Vrouwen hebben dus ook het recht op toegang tot een veilig abortus en betrouwbare voorbehoedsmiddelen, zónder randvoorwaarden. De huidige wetten over abortus en anticonceptie voldeden hier niet aan en dus was het hoog tijd voor verandering.

De huidige abortuswet, die sinds 1981 van kracht is, beschrijft een verplichte bedenktermijn van vijf dagen voor vrouwen die een abortus willen. “Betuttelend en onnodig belastend.” vindt Ton Coenen van Kenniscentrum voor seksualiteit Rutgers. Vrouwen zijn namelijk prima in staat om, in overleg met hun arts, een weloverwogen besluit te maken bij een abortus. De wettelijke bedenktermijn gaat niet alleen voorbij aan het zelfbeschikkingsrecht, maar ook tegen de adviezen van de World Health Organization in. “Laat de stem van vrouwen weer leidend zijn” aldus Coenen in NRC Handelsblad. Al jaren is abortus een belangrijk onderwerp van debat in de politiek, maar nu is er dus duidelijkheid. De bedenktermijn is officieel verleden tijd.

Seksuele bevrijding

Ook anticonceptie blijft onderwerp van discussie, zowel binnen als buiten de politiek. De komst van de pil begin jaren ‘60 luidde een nieuw tijdperk in voor vrouwen (én mannen). In tegenstelling tot ‘vóór het zingen de kerk uit’ of gedeeltelijke onthouding van seks, kreeg men een betrouwbaar voorbehoedsmiddel in handen. Het was de ultieme vorm van (seksuele) vrijheid. Toch klonken er in de jaren ’70 ook de nodige tegengeluiden toen er serieuze bijwerkingen (verhoogde bloeddruk, gewichtstoename, libidoverlies) aan het licht kwamen. Dit leidde tot felle kritiek, vooral van vrouwenbewegingen: het is vrouwenonderdrukking in een doordrukstrip. De zoektocht naar een mannelijk equivalent was geboren. De helft van jonge mannen staat open voor een mannenpil, blijkt uit een recent onderzoek van 3Vraagt. Het duurt alleen nog wel even voordat die op de markt komt. Tot die tijd zullen voorbehoedsmiddelen (exclusief condooms) in de toekomst weer beschikbaar zijn voor álle vrouwen, ongeacht hun financiële situatie of leeftijd.

Baas in eigen Body

De (vrouwelijke) seksualiteit heeft dus een enorme vlucht genomen sinds de seksuele revolutie van de jaren ’60 en ’70, met de introductie van de pil als symbolisch begin. Toch krijgen vrouwen nog steeds kritiek wanneer ze hun eigen seksualiteit omarmen, uitdragen en gebruiken. Denk aan seksuoloog en relatietherapeut Kaat Bollen, die in januari 2021 haar titel moest inleveren nadat ze té sexy was bevonden. Een (mannelijke!) collega nam blijkbaar zoveel aanstoot aan haar instagramfoto’s en optreden in een burlesque-show, dat hij zijn beklag deed bij de Belgische Psychologencommissie.

In de serie ‘Van wie is het vrouwenlichaam’ spreken verschillende wetenschappers over vrouwelijke seksualiteit, hoe vrouwen zich staande houden in een wereld die gemaakt is door en voor mannen en de schoonheidsidealen door de jaren heen. Want het is wel duidelijk dat de boodschap van de Dolle Mina’s vandaag de dag nog steeds relevant is. Zelfs na jaren van emancipatie, is het vrouwenlichaam nog steeds een strijdtoneel.

Pagina's