Kettingreactie: zijn wij ons brein? Het antwoord van Willem Koops

De studie van ons brein is niet waardevoller dan gedragsstudies. We zijn meer dan onze hersenen
Leestijd 2 minuten — Ma 3 oktober 2011
Kettingreactie

Het eerste antwoord op de vraag of wij ons brein zijn komt van hoogleraar Ontwikkelingspsychologie Willem Koops. Zijn reactie is de eerste schakel van de kettingreactie over de verhouding tussen lichaam en geest, in het leven geroepen door Studium Generale om het debat op de Universiteit Utrecht te stimuleren. Hoe denkt Koops over de rol van hersenonderzoek bij het begrijpen van de mens?

Lekenpositivisme

"Hersenplaatjes maken is een middel om tot theorievorming over gedrag te komen en niet het middel!" Volgens Koops is de taak van de psychologie niet zozeer om de hersenen te begrijpen, maar om gedrag te begrijpen. "Wij zijn in het geheel niet onze hersenen." Als psycholoog moet je dus alleen focussen op hersenen als dat bijdraagt aan het begrijpen van gedrag. Er bestaat de neiging de studie van hersenprocessen 'wetenschappelijker' te vinden dan gedragsonderzoek, vooral onder leken. Dit 'lekenpositivisme' waarbij men uitgaat van het idee 'hoe verder gereduceerd hoe wetenschappelijker', is onzin. "Het ergste wat een psycholoog kan doen is het lekenpositivisme overnemen en menen dat als je weet wat er in de hersenen gebeurt, dat je dan dichter bij oorzaken bent aangeland."

En de rol van hersenscans? Koops waarschuwt: áls je al gebruik maakt van fMRI, besef dan dat er veel mis kan gaan met het interpreteren van de metingen. Dit toonde het beroemde experiment van Craig Bennett die aan een dode zalm plaatjes van geëmotioneerde mensen liet zien en interpreteerbare hersenactiviteit vond.

We zijn meer dan ons brein

Nogmaals, benadrukt Koops, we zijn meer dan onze hersenen. "Swaab, die domweg beweert Wij zijn ons brein (de titel van zijn bestseller), mag blij zijn dat dat onzin is: immers, als het waar was had hij zijn boek niet kunnen schrijven (hersenen schrijven niet) en zou niemand het gekocht hebben (hersenen kopen niet). Wie bewustzijn en vrije wil ontkent, wie meent dat denken vooral onbewust verloopt, wie meent dat wij onze hersenen zijn, zo iemand ontkent de mogelijkheid van het tussenmenselijk gesprek." Hebben filosofen nog wat bij te dragen aan de discussie? Filosofen die zich met vrije wil bezighouden moeten voorzichtig zijn: over sommige vragen die zij stellen, heeft de empirische wetenschap wel degelijk wat te zeggen. Dit mag een filosoof niet negeren.

Volgende week

Hoogleraar Neurologie Jan van Gijn zal komende maandag ingaan op de vraag of zij ons brein zijn. Willem Koops vraagt hem "of hij meent dat een natuurwetenschappelijk uitgangspunt, of beter een Cartesiaans georiënteerde methodologie voor de studie van het menselijk gedrag, zich noodzakelijkerwijs dient te oriënteren op hersenstudies. Of simpeler: denkt u dat er naast de neurologie een zinvolle plaats is voor de psychologie?"

Lees in het dossier de andere verschenen blogs in deze reeks.